Item added to cart
Dit boek behandelt de meest voorkomende vormen van pathologie in de voet. Onder andere wordt aandacht besteed aan platvoeten, holvoeten, achillespeesblessuren, de enkeldistorsie, het tarsaal tunnelsyndroom, het hielspoor en groeischijfaandoeningen in het jeugdige voetskelet.
Zoals gebruikelijk in de boekenreeks van Orthopedische Casu?stiek wordt ieder onderwerp besproken aan de hand van pati?ntencasu?stiek uit de dagelijkse praktijk. Recente wetenschappelijke inzichten komen aan bod in addenda die volgen op de pati?ntencasus.
De tekst is rijk ge?llustreerd met educatieve tekeningen en fotos. De bijlagen achterin het boek tonen allerlei handige overzichten van onder andere het functieonderzoek van de voet, toegevoegde testen, innervatie en concrete oefeningen bij achillespeesblessures.
Koos van Nugteren Toen in de loop van de evolutie de (aap)mens op twee benen ging staan, veranderde de functie en anatomie van de voet. De grijpfunctie van de voeten om zich in bomen te kunnen voortbewegen verdween volledig; de voet diende voortaan om zich te verplaatsen zonder de handen te gebr- ken. De stabiliteit van de voet nam daardoor sterk toe en de mobiliteit van de voetgewrichten nam af. Dit was noodzakelijk om de grote krachten te kunnen opvangen die gepaard gingen met het lopen op twee benen; het volledige lichaamsgewicht moest immers worden gedragen. Enige mo- liteit in de voetgewrichten was nog wel nodig om op oneffen terrein te kunnen lopen. Het enkelgewricht (talocruraal) diende daarbij vooral voor de voortbeweging (dorsaalflexie-plantairflexie). De gewrichten van vo- wortel en middenvoet zorgden voor standsverandering van de voet op in zijwaartse richting oneffen terrein (pronatie-supinatie) (figuur 0-1). Inversie of supinatie is het naar binnen keren van de voetzool. Eversie of pronatie is het naar buiten keren van de voetzool. Beide bewegingen komen tot stand door een aantal bewegingen in de afzonderlijke voetl³$Copyright © 2018 - 2024 ShopSpell